LingUU Journal 2.2 is uit! Het derde nummer van LingUU bevat wederom artikelen over uiteenlopende taalwetenschappelijke onderwerpen, van studenten van verschillende bachelor- en masteropleidingen. Download direct het hele nummer, bekijk de losse bijdragen of bestel een papieren editie (zolang de voorraad strekt).
Merel Hardeman, Héloïse Pierret & Anouk Scheffer (RMA Linguistics) vergelijken twee modellen voor gesproken woordherkenning: het Cohort-model en het TRACE-model. Hun resultaten, in overeenstemming met het TRACE-model, laten zien dat priming met een rijmend woord in snellere reactietijden op het doelwoord resulteert dan priming met woorden met dezelfde onset en nucleus als het doelwoord.
Lisa Verbeek (RMA Linguistics) onderzoekt hoe mensen hun eigen naam emotioneel verwerken. Verbeek stelt dat zelfnamen Emotioneel Competente Stimuli worden, zodanig dat affectieve geheugensporen onderdeel zijn geworden van woordbetekenis. Hierdoor zijn zelfnamen prikkelende (arousing) woorden die automatisch en onbewust worden verwerkt.
Marlijne Boumeester (MSc Neuroscience and Cognition) stelt een studie voor die tweetaligheid onderzoekt als een factor die leeftijdgerelateerde cognitieve achteruitgang zou kunnen vertragen. Ze verwacht dat de prestaties op de Simon-task en de trail-making task in dezelfde mate zullen afnemen in twee leeftijdsgroepen van bestaande uit een- en tweetaligen.
In een corpusstudie naar Vroegmodern Nederlands analyseert Levi Remijnse (RMA-linguïstiek) beknopte bijzinnen met een participium als hoofd. Sommige constituenten kunnen geen extrapositie of raising ondergaan, maar ze staan toch áchter het participium. Om dit te verklaren, stelt Remijnse voor dat het participium verplaatst naar een hogere projectie met een vertakking naar links in de structuur.
Bjorn Lichtenberg (BA Linguistics) bespreekt drie modellen die force dynamics beschrijven. Hij vergelijkt hun definitie van force, in welke mate empirisch onderzoek erop aansluit, en hun validiteit met betrekking tot compositionaliteit. Volgens Lichtenberg heeft het model van Wolff de meest expressieve kracht, terwijl het model van Copley en Harley de voorkeur geniet in het licht van compositionaliteit.
Camilla Giannini (RMA Linguistics) onderzoekt de status van Occitaans, een minderheidstaal in Italië, met de nadruk op de ontwikkeling van deze taal en op taalplanning en media om het voortbestaan van de taal te stimuleren. Giannini concludeert dat de wens van de sprekers om hun cultuur en tradities te promoten nog steeds sterk is.
In dit replicatieonderzoek vinden Tamara Muller, Lucia Koster & Ellen Hendriks (MA Communicatie en organisatie) meer bewijs voor de conceptual metaphor theory. Deelnemers vertrouwen op metaforen wanneer ze kranten beoordelen en verwachten hierdoor dat zwaardere kranten belangrijker nieuws bevatten. De auteurs vonden geen bewijs voor grounded cognition.
Dylan Bonga en Jonathan Kamp (RMA Linguistics) onderzoeken de interactie tussen fonologische en grafemische priming. Ze verwachten dat fonologische en grafemische priming gecombineerd een sterker effect hebben dan één vorm van priming op zich. Met behulp van een Lexical Decision Task konden ze deze voorspelling gedeeltelijk bevestigen.
Jaap Kruijt (MSc Artificial Intelligence) doet verslag van zijn tijd in Edinburgh. Een vak over taalevolutie ging in tegen ideeën die hij eerder had opgedaan. Met behulp van een methode die hij in Edinburgh leerde, schreef hij zijn scriptie over dit onderwerp.
Walther Glödstaf (RMA Linguistics) is van mening dat Steven Pinkers The Stuff of Thought overtuigend bewijs levert voor het nut van semantiek in onderzoek naar de menselijke geest. Volgens Glödstaf worden er af en toe oversimplificaties en stromannen gebruikt, maar hij waardeert Pinker’s geestige vertoon van kennis.
Myrthe Buckens (BA Linguistics) concludeert dat Taal om mee spelen van Sjoerd van der Niet het best kan worden beschouwd als een luchtige introductie tot de taalfilosofie, bedoeld voor het grote publiek.