LingUU Journal 5.1 is uit! Het negende nummer van LingUU bevat wederom artikelen over uiteenlopende taalwetenschappelijke onderwerpen, van studenten van verschillende masteropleidingen. Download direct het hele nummer, bekijk de losse bijdragen of bestel een papieren editie (zolang de voorraad strekt)
In Carolin Tyrchans paper geeft de auteur suggesties voor een parallel, structurele verklaring van passieven en niet-passieven in talen met een nominatief-accusatief en absoluut-ergatief systeem. De suggesties in kwestie zijn gebaseerd op observaties met betrekking tot naamvalsmarkering. Naar aanleiding van een kritische evaluatie van eerdere verklaringen, kan geconcludeerd worden dat dit paper een eerste stap is richting een nieuwe verklaring voor de passieven en niet-passieven. Een voordeel van deze nieuwe verklaring is dat er weinig syntactische operaties voor nodig zijn (i.e. economisch).
Lila Oprins paper behandelt de diachronische semantische verandering van twee werkwoorden die op ‘smaak’ slaan: smaken en proeven. Context is de sleutel voor het onderscheiden van wanneer welk werkwoord gebruikt wordt. De auteur legt uit waarom en hoe proeven, smaken overneemt door de semantiek en vooral de syntax van de werkwoorden te betrekken. Het ontdekken van de syntactische omgeving van deze werkwoorden, levert een verlichtend inzicht in hun verandering over tijd, recent gebruik en de voorkeur van sprekers van het Nederlands.
Om symmetrie te vinden, verkent dit Lieke Hendriks de nieuwe Engelse constructie ‘future-to-be’ bijvoorbeeld in she is a bride-to-be (‘zij is een toekomstige bruid’). Om een passende theorie te vinden in syntax, zijn vele analyses, data en andere voorbeelden gebruikt, omdat er weinig kennis is over deze constructie. Uiteindelijk is het idee van small clause formation gebruikt om deze constructie uit te leggen. Small clauses staan onderwerpen en gezegden toe om in één constituent te beginnen en verwijst naar [NP XP]. To-be staat in de XP en door de inversie van gezegden, kan de construtie the soon-to-be-bride (‘zij is de bijna toekomstige bruid’) worden uitgelegd.
In een speciale editie van Intern Extern, praten drie studenten over hun stage ervaringen die tijdens de wereldwijde pandemie hebben plaatsgevonden. Lianne Stolte liep stage bij het UU Coloring Book project. Hier keek ze hoe de woordenschat leermethode ‘Kleurenschat’ aangepast kon worden aan de leerbehoefte van kinderen die Nederlands als tweede taal leren. Alle interviews en vergaderingen waren online. Lieke Hendriks was een stagair bij het Meertens Instituut in Amsterdam. Hier verzamelde ze data over gender markeringen op adnominal modifiers in Brabantse dialecten. Ze is door COVID-19 nooit fysiek bij het instituut geweest. Zhou Yang schreef in zijn stage een onderzoeksvoorstel over hoe het McGurk effect verschilt bij verschillende talen. Zijn begeleider zat bij UiL-OTS, maar door de pandemie reisde Yang terug naar zijn thuis in China en werkte vanaf daar aan zijn stage.
Georgios Chatzopoulos schrijft in Book Review over Wordcrime van John Olsson. Het boek vertelt over forensische linguïstiek aan de hand van 23 waar gebeurde zaken. Volgens Chatzopoulos schrijft Olsson met passie en vastberadenheid over wat forensische linguïstiek nu echt inhoudt. Een aanrader die elke lezer meer waardering zal bijbrengen voor dit relatief onontdekte deel van de taalwetenschap.
In de Daily Linguist worden conferenties, podcasts en andere online media over taalwetenschap uitgelicht. In dit nummer onder andere de TABU dag op 10 en 11 juni, de podcast Siencediction en een youtube kanaal met colleges over afasie.